Voor de Fransen is Kerstavond (24 december) het belangrijkste onderdeel van de Kerstviering. Ik heb een aantal jaren geleden Kerst mogen vieren met een familie inde Béarn (Zuid-Frankrijk). De Kerstmaaltijd “Le Réveillon de Noël” is een uren durende maaltijd tijdens de avond van 24 december. Als entrée worden oesters geserveerd. Tussen de verschillende gangen worden de cadeaus uitgepakt (dit geldt voor de gezinnen met grotere kinderen, anders brengt Père Noël de cadeaus in de Kerstnacht en worden deze de ochtend van 25 december uitgepakt). Hoewel er in verschillende streken in Frankrijk nog andere culinaire gebruiken bestaan is er in heel Frankrijk één traditie wat betreft het dessert: “La Bûche de Noël” (de boomstam).
La Bûche de Noël (Yule log cake voor Engelstaligen) is hèt klassieke Kerstdessert in Frankrijk. De geschiedenis van dit dessert gaat terug tot de Yzertijd (800 v. Chr.), toen mensen houtblokken – versierd met dennenappels, hulst en klimop – verbrandden om de lucht te zuiveren van al het negatieve van het afgelopen jaar om aldus het nieuwe jaar met een schone lei te kunnen beginnen.
Het verbranden van een houtblok op Kerstavond bleef eeuwenlang gewoonte en vanaf het begin van de 17e eeuw zien we dat dit vuur tevens gebruikt wordt om de “Bûche de Noël” te bakken. De Parijse bakkers maakten het recept in de 19e eeuw populair en een traditie was geboren.
Tegenwoordig kopen de meeste Fransen hun “Bûche” bij de bakker, want het maken van dit Kerstdessert is een tijdrovende bezigheid.